Net als bij een fiets, moet je bij je auto ook regelmatig de spanning van je banden controleren. Met regelmatig bedoelen we dan ongeveer 1 x per maand. In de praktijk rijdt de helft van de Belgen met een te lage bandenspanning, met alle gevolgen van dien. In deze blog vertellen we je meer over de consequenties van een verkeerde bandenspanning van je autobanden en hoe je gemakkelijk zelf de bandenspanning kunt controleren.
Rijden met een verkeerde bandenspanning
Ga je op stap met een te hoge of te lage bandenspanning? Dan heeft dit meer gevolgen dan je denkt. Door te rijden met te weinig spanning op je banden, slijten je banden aan de zijkant en met een te hoge spanning slijten ze in het midden. Je wegligging verslechtert hierdoor en je remweg wordt verlengd, ook verhoogt het de kans op slippen. Omdat de rolweerstand toeneemt, verbruik je ook nog eens extra veel brandstof. Bovendien worden de banden te warm waardoor je het risico loopt op een klapband. Een foute bandenspanning is dus gewoon gevaarlijk.
Hoe kun je de bandenspanning controleren?
Hoeveel bandenspanning jouw auto nodig heeft, kun je vinden in het instructieboekje van je auto. Hierin staat precies benoemd wat de ideale bandenspanning voor jouw auto is. Is je boekje weg? Dan staat de bandenspanning ook aangegeven op een sticker aan de binnenzijde van het portier, in de zonneklep of aan de binnenkant van het brandstofklepje. De spanning controleren doe je als volgt:
- Koude banden: Rij maximaal 3 kilometer naar de dichtstbijzijnde garage of het dichtstbijzijnde benzinestation. Je banden moeten koud zijn om de druk te meten, omdat warme banden een hogere druk hebben. Is er geen garage of benzinestation in de buurt binnen de 3 kilometer? Maak dan gebruik van een spanningsmeter. Hiermee meet je de spanning vanaf het moment dat de auto 2 uur stil staat en de banden weer koud zijn.
- Ventieldopje: Op elke band bevindt zich een ventieldopje dat je verwijdert voordat je de druk meet. Ben je het dopje verloren? Vervang deze dan. Zonder dopje komt er vuil in je ventiel en verlies je nog meer lucht. Gemiddeld verliezen banden namelijk maandelijks 3% tot 5% van hun spanning.
- Lucht pompen: Sluit de slang aan op het ventiel. Nu kun je de bandenspanning aflezen en lucht toevoegen. Bij sommige pompen hoor je een piepje wanneer je de juiste spanning hebt bereikt, anderen stoppen automatisch. Vergeet hierna niet de ventieldopjes terug te schroeven en check ook meteen je reserveband.
Rij je in een auto die na 2014 geproduceerd is? Dan beschikt jouw auto over een TPMS, oftewel een Tyre Pressure Monitoring System. Hiermee wordt je spanning automatisch gecontroleerd en gaat er een lampje branden wanneer de bandenspanning te laag is. Het symbool voor de bandenspanning herken je aan een afbeelding van een dwarsdoorsnede van een autoband met een uitroepteken er in.
Wil je jouw bandenspanning ook laten controleren? Rij dan eens binnen bij een garage in de buurt. Je vindt de dichtstbijzijnde garage door je postcode in te vullen op de startpagina van deze website.